Ik keek haar in haar ogen,
een glimlach van herkenning twinkelde er doorheen.
We dansten de sterren van de hemel,
wij hadden een stukje hemel op aarde.
Hoe gaat het met jou, vroeg ik haar,
haar ogen raakten omfloerst.
Ik voelde de pijn in haar hart,
ik zag het verdriet in haar ogen.
We deelden een stukje van ons verleden,
en herkenden dit bij elkaar.
We omhelsden elkaar teder als afscheid,
maar we ontmoeten elkaar zeer zeker weer!